Technieken
>> Verbinden >> MAG lassen

Specifieke kenmerken

 

Het MAG lassen dankt zijn grote toepasbaarheid mede aan het feit dat er met verschillende boogtypen kan worden gelast die elk hun specifieke toepassingsgebied kennen. Er kan gelast worden met een kortsluitboog (dunne plaat, in positie, maken van doorlassingen), een sproeiboog (dikke plaat, afvullen, onder de hand), een pulsboog (aluminium, dunne plaat, in positie) en een roterende lasboog (oplassen en grote materiaaldikten, onder de hand).

 

Afhankelijk van het te lassen metaal en de toepassing kan worden gekozen uit veel verschillende lastoevoegmaterialen met elk hun specifieke kenmerken en eigenschappen. Er kan worden gekozen voor massieve lastoevoegmaterialen, die over het algemeen eenzelfde chemische samenstelling hebben als het te lassen materiaal. Massieve lastoevoegmaterialen geven geen slak op het smeltbad (hooguit wat silicaten). Gevulde draden worden gebruikt als er hogere eisen worden gesteld aan de mechanische eigenschappen van de verbinding (basische gevulde lasdraden) of om de geometrie van de lassen  te verbeteren (rutiel gevulde lasdraden). Tevens is het mogelijk met gevulde lasdraden de neersmelt aanzienlijk te verhogen ten opzichte van massieve lasdraden. Voor het lassen met robots in meerdere lagen wordt, in verband met de afwezigheid van slak op het smeltbad, meestal gekozen voor metaalgevulde lasdraden.